Drie fases van een portret
Hoewel ik zelf inmiddels een andere, lossere manier van schilderen heb ontwikkeld, gebruik ik in de cursus nog steeds een gefaseerde methode.
Dit zijn overzichtelijke, maar niet meteen makkelijke stappen.
Ze helpen om de grote lijnen te leren zien, voordat er aandacht komt voor nuance en detail.
Fase 1 – Compositie, de opzet in lijnen
Eerst de grote vormen en verhoudingen. Het gaat niet om details, maar om de basisstructuur van het hoofd.
Fase 2 – Licht en schaduw
Daarna volgt de tweedeling van licht en donker. Met een mengsel van titaanwit en omber naturel schilder je de grote vlakken in. Als de verhoudingen kloppen, én de vorm van de schaduw klopt, zie je de gelijkenis al.
Dat klinkt makkelijk, maar is het zeker niet.
Fase 3 – Meerdere toonwaardes
Nu verdeel je de schaduw en de lichtkant in 2 á 3 toonwaardes.
Ook het haar en de kleding krijgen dezelfde verdelingen.
Zo ontstaat een hanteerbare onderschildering die geschikt is om met kleur verder te gaan.
Hetzij op een droge ondergrond, hetzij nat-in-nat.
Als je veel oefent en dit goed kan, heb je een stevige basis.
In de cursus werken we met een beperkt palet, het zogenaamde Zornpalet, een overzichtelijk palet om de drie componenten kleur, toonwaardes en verzadiging te ontdekken en te gaan doorgronden.
