Twee uitersten in de vrouwelijke kunstgeschiedenis
Wanneer we kijken naar de rol van vrouwen in de kunstgeschiedenis van de 19e en vroege 20e eeuw, springen twee namen direct in het oog: Berthe Morisot (1841–1895) en Suzanne Valadon (1865–1938).
Beide vrouwen wisten zich een plaats te verwerven in een door mannen gedomineerde kunstwereld, maar hun achtergrond, positie en schildertechniek konden nauwelijks verder uit elkaar liggen.
Valadon en Morisot hebben elkaar waarschijnlijk nooit ontmoet, er zijn elk geval geen bronnen die dat contact bevestigen. Het ligt wat betreft hun milieu ook niet voor de hand maar de belangrijkste reden is waarschijnlijk dat Berthe in 1895 overleed (ze werd slechts 54 jaar)en Suzanne toen net begon met schilderen. Wel hadden ze allebei contact met de schilder Edgar Degas.
Achtergrond en sociale positie
Berthe Morisot groeide op in een welgestelde burgerlijke familie, waar kunstonderwijs voor jonge vrouwen mogelijk was – zij het in beperkte vorm. De École des Beaux-Arts was voor vrouwen nog gesloten, maar privélessen boden haar een alternatief. Haar vroege talent werd al snel erkend en zij sloot zich aan bij de impressionisten. Binnen deze kring verkeerde zij in gezelschap van figuren als Degas en Manet, waarbij laatstgenoemde haar meermaals portretteerde. Morisot werd gezien als een volwaardig lid van de impressionistische groep, hoewel haar werk vaak door critici met een zekere neerbuigendheid werd bestempeld als “vrouwelijk” of “huiselijk”.
Suzanne Valadon daarentegen begon haar leven in een heel ander milieu. Afkomstig uit een arm gezin in Montmartre, had zij geen toegang tot formeel kunstonderwijs. Haar entree in de kunstwereld vond plaats als model: zij poseerde voor Renoir, Degas en Toulouse-Lautrec. Maar terwijl zij model zat, observeerde goed. Valadon leerde zichzelf de technieken van het tekenen en schilderen aan en ontwikkelde zich tot een krachtige, autodidactische kunstenaar. Haar doorbraak was opmerkelijk: zij werd de eerste vrouw die werd toegelaten tot de Société Nationale des Beaux-Arts, een bewijs van haar erkenning binnen de officiële kunstinstellingen.
Schildertechniek en stijl
De technische en stilistische verschillen tussen Morisot en Valadon zijn aanzienlijk en weerspiegelen hun achtergronden.
Morisot schilderde in de geest van het impressionisme. Haar werk wordt gekenmerkt door een lichte en luchtige penseelvoering, vaak uitgevoerd in dunne lagen met transparante verf. Zij koos subtiele kleurharmonieën en een vloeiende schildertoets waarmee zij het vluchtige spel van licht en atmosfeer vastlegde. Haar onderwerpen waren meestal intieme scènes: vrouwen, kinderen, interieurs en tuinen. De verfijnde toets en de zachte tonaliteit benadrukken het luchtige karakter van haar thema’s.
Valadon daarentegen koos voor een directe, krachtige benadering. Haar palet is fel en contrastrijk, haar penseelvoering robuust. Ze werkte met duidelijke contouren en een stevige compositie, waarbij zij de fysieke aanwezigheid van haar modellen beklemtoonde. Haar naakten zijn beroemd vanwege hun eerlijkheid: zij toonden geen geïdealiseerde lichamen, maar echte, aardse gestalten met gewicht en imperfecties. In haar werk klinkt een compromisloze visie door, waarin lichamelijkheid en kracht centraal staan.
Suzanne Valadon - La chambre bleue 1923
Thema’s en visie
In thematiek toont zich opnieuw het contrast. Morisot zocht de intimiteit van het huiselijke en het persoonlijke. Haar schilderijen ademen een lichte, soms melancholische sfeer, die past bij de impressionistische fascinatie voor het vluchtige moment.
Valadon koos daarentegen voor een provocatie van de norm. Haar naakten zijn confronterend en zelfbewust, haar zelfportretten getuigen van een autonomie.
Zij stelde de vrouw niet langer enkel voor als object van de mannelijke blik, maar als krachtig subject, stevig aanwezig in de ruimte. Daarnaast schilderde zij landschappen en stillevens die dezelfde expressieve directheid vertonen.
Kunsthistorisch belang
Beide kunstenaars hebben een belangrijke rol gespeeld in de emancipatie van de vrouwelijke kunstenaar.
Morisot bewees dat een vrouw in de hogere kringen van haar tijd een serieuze bijdrage kon leveren.
Haar positie binnen de impressionisten legitimeerde de aanwezigheid van vrouwen in een artistieke beweging die de kunstgeschiedenis blijvend zou veranderen.
Valadon vertegenwoordigt een ander model: zij veroverde haar plaats niet dankzij sociale privileges, maar door persoonlijke vasthoudendheid en een compromisloze artistieke kracht. Haar werk effende de weg voor een eerlijker, rauwer beeld van de vrouw in de kunst en beïnvloedde generaties na haar.
Beide vrouwen zijn grote inspiratiebronnen voor mij.
De impressionistische Berthe en de stoere expressionistisch Suzanne.
Berthe Morisot – Le berceau (1872)
Zus Edma met haar slapende dochter Blanche.
Links een lekker oubollig historische roman over het leven van Suzanne Valadon, bijna niet te lezen vanwege het kleine lettertype; voor de doorzetter dus
Rechts: Berthe Morisot had één dochter, Julie Manet. Zij liet een dagboek na, die ik met grote gretigheid las.
Ik zal er eens aandacht aan besteden in een ander blogverhaal.