Terug naar binnen – over mijn vrije werk en de beelden die daarin ontstonden
Wie mijn werk kent, kent vooral mijn portretten: het aandachtige kijken, het zoeken naar nuance, naar wie iemand ís voorbij de eerste blik.
Portretten maken geeft me houvast; het is een dialoog met de ander, een vorm van stille nabijheid.
Maar er is een ander gesprek – dat met mezelf.
In 2022 ben ik, onder begeleiding van Francis Kilian van Traject Blikopener, begonnen aan dat proces .
Francis begeleidde mij in het maken van vrij werk, maar eigenlijk hielp ze me om door de buitenlagen heen te zakken: naar dat wat ik niet durfde en kon tekenen, naar de verhalen die in mijn lichaam liggen opgeslagen.
Voor mij betekende dat teruggaan naar mijn jeugd – een periode waarin pijn, verwarring, angst maar ook kinderlijke vreugde meer aanwezig zijn in gevoel dan in woorden.
Tekenen zonder plan
De tekeningen die tijdens dit proces ontstonden, zijn niet bedacht. Ik probeerde niet te illustreren wat vroeger was, maar stond mezelf toe om te tekenen wat zich aandiende. Soms was het een houding, soms een gevoel, soms een beeld dat ik zelf pas na afloop begreep.
Er zit altijd een kind in de tekeningen, en altijd een volwassen lichaam dat draagt, buigt, knielt of gebroken ligt. Het zijn geen letterlijke herinneringen, maar innerlijke beelden – symbolen van wat een kind probeert te dragen en wat een volwassene blijft meedragen.
Het meisje dat in deze tekeningen verschijnt is niet alleen “ik toen”; het is ook mijn innerlijke kind nu, dat nog steeds probeert te begrijpen maar ook weet wat kinderlijke vreugde is.
De volwassene is het lichaam dat al die ervaringen verder heeft gedragen.
Het landschap dat in mij leeft
In enkele tekeningen staat het kind in een bosachtig decor. Het zijn geen echte plekken uit mijn jeugd, maar wel de sfeer ervan: donker, stil, groot en soms bedreigend. De natuur werkt daarin als een spiegel van hoe het kind zich voelt – verloren, zoekend, het witte schaapje dat soms opduikt is warm en troostend.
Ook tekende ik mezelf als kind met een schetsboek. Mijn vader kocht voor elk kind een schetsboekje, en waar wij ook kwamen tekenden we.
In de dierentuin, op de hoge Veluwe, in het openlucht museum.
Tekenen, schilderen en het bezoeken van musea was een belangrijk onderdeel van onze jeugd.
Waarom ik dit deel
Deze werken horen bij een deel van mij dat lang onzichtbaar bleef, zelfs voor mijzelf. Door ze te tekenen, gaf ik ruimte aan gevoelens en herinneringen die ik eerder alleen maar vastzette in mijn lichaam. Door ze te delen, ontstaat er ruimte. Niet omdat het verleden opgelost is, maar omdat het er ook mag zijn.
Ik laat deze tekeningen zien naast mijn portretten omdat ze allebei deel uitmaken van wie ik ben als kunstenaar.
Het ene is het kijken naar de ander; het andere is het kijken naar binnen. Misschien ontmoeten die twee elkaar ergens in het midden – in de kwetsbaarheid die we allemaal dragen, in de verhalen die we niet meteen vertellen maar die ons wel vormen.
Houtskool en rood krijt
180 x 120 cm
2022
Een zijpad dat verdergaat . . .
Ik noemde dit proces een “zijpad”, omdat het schilderen van portretten de hoofdstraat is.
Op mijn zijpad staat inmiddels een bankje waar ik rust en kijk naar het landschap van mijn kinder- en jeugdjaren.
Er zijn dingen die nog getekend willen worden, dat weet ik, maar wanneer ze vorm krijgen weet ik niet.
Deze 4 tekeningen zijn geen eindpunt; ze zijn een begin van iets dat nog verder mag groeien, langzaam en eerlijk.
Dank je wel dat je de tijd neemt om deze beelden te bekijken.
Ik hoop dat je er niet alleen mijn verhaal in ziet, maar misschien ook iets van jezelf – van je eigen binnenwereld, van dat wat stil bleef maar toch gehoord en gezien wil worden.